Willem de Zwijgerlaan

10 april 2006

Voor het kruispunt sta ik stil. Op een fiets komt iemand aangezwabberd. Dat ik stil sta blijkt toch nog te lastig, hij fietst tegen mijn voorkant, wiebelt nog even en valt languit midden op de weg.
   Snel controleer ik de auto, geef de man een hand en help hem overeind. Hij is dronken en allochtoon, kijkt me met grote ogen aan, zegt niks.
   Een blanke vent met rode ogen komt enthousiast naar ons toegelopen met de opgeraapte fiets, overduidelijk al voor de val een wrak. De man pakt de allochtoon vast.
   ‘Alles goed joh, ja, je bent nog heel, kom hier.’ Hij begint hem te omhelzen.
   Tegen mij zegt ie dat ik de ander maar een beetje op weg moet helpen. Ik haal de fooi van de vorige rit uit mijn zak en stop het briefje de allochtoon in zijn hand.
   ‘Hier koop maar een nieuwe fiets.’
   De blanke man raakt erdoor geëmotioneerd en begint nu mij te omhelzen.
   ‘Geweldig man! Dat is nou integratie, pik!’
   De gevallen allochtoon liep al weg met de fiets in de hand.

Plaats een reactie